Mayken Anthonis de Ridder

  • Overleden na 15 maart 1682
  • Ouders

    Relaties en kinderen

    Broers en zussen

    Bronnen

    Notities

    Marrichje Anthonisdr. de Ridder, overl. na 15-3-1682, tr. ’t Gein (gerecht) 30-4-1654 Gerrit Jacobsz. van Oostrum, schepen van ’t Gein (1647-’58), overl. voor 29-5-1675, weduwnaar van Marrichje Hendricksdr. Breij, zoon van Jacob Thonisz. van Oostrum op Rypickerweert. Gerrit Jacobsz. Oosterom was op 16 december 1644 te Meerkerk als ‘jongman tot Ryppickervelt tot Ysselsteyn’ getrouwd met de vandaar afkomstige Marrichien Henricksdr. Brey. Op 17 juli 16491725 was er een akkoord gesloten tussen Gerrit Jacobsz. van Oostrum, weduwnaar van zaliger Marrichgen Hendricksdr. Brey wonend int Geyn enerzijds - Dirck Claesz. Toll te Meerkerk, gehuwd met Barbertgen Bosch die moeder was van Marrichgen voorszegd en zo grootmoeder van Marrichgens weeskind anderzijds. De huwelijkse voorwaarden van Gerrit en Marrichgen waren van december 1644. Marrichgen overleed in het kinderbed van haar nagelaten kind op 6 oktober 1645. Genoemd worden legaten aan de moeder van het kind gemaakt door Wouter Bosch en Elisabeth Gysbertsdr., haar grootouders van moederszijde. In de marge is onder meer (26 september 1657) sprake van Anthonis de Ridder int Geyn als schoonvader van Gerrit Jacobsz Gerrit Jacobsz. van Oostrum en Maychgen de Ridder maken op 16 april 16541726 huwelijkse voorwaarden. Hij wordt bij die gelegenheid vergezeld door zijn broer Anthonis Jacobsz. van Oostrum en zij door haar vader Anthonis de Ridder, haar ooms Jan de Ridder en Gerrit Gerritsz. Drost en haar neef Adriaen de Ridder. Zij krijgt 1000 gulden voor haar moederlijk erfdeel mee. Op 16 december 16541727 en 2 juni 16551728 testeren Gerrit Jacobsz. van Oostrum op Rypickerweert in het Geyn (hij is kennelijk zijn vader opgevolgd) en Maychgen Anthonisdr. de Ridder: hij op zijn voorzoon Henrick van Oostrum en zij op haar vader Anthonis de Ridder. Op 18 augustus 16711729 testeren beiden opnieuw en benoemen hun kinderen tot erfgenaam, met als evt. voogd bij onmondigheid zijn broer Anthonis van Oostrum, schout van de Heemstede. Op 29 mei 16751730 blijkt Gerrit van Oostrum te zijn overleden, want zijn weduwe Maychje Thonisdr. de Ridder is dan als moeye getuige bij de akte van huwelijkse voorwaarden van Maria Anthonisdr. van Oostrum, weduwe van Jan van Dijck, met Pauwels Thonisz. Wttewael. Op 30 november 16801731 testeert Maychje Anthonisdr. de Ridder in het Geyn, weduwe van Gerrit Jacobsz. van Oostrum opnieuw en benoemt haar kinderen tot erfgenaam, onder uitsluiting van haar mans voorzoon Henrick van Oostrum. Op 15 maart 16821732 erkent Maijgje Thonisdr. de Ridder, weduwe van Gerrit Jacobsz. van Oostrum mede voor hun kinderen en met consent van haar oudste zoon Jacob Gerritsz. van Oostrum 400 gulden schuldig te zijn aan Ariaentje de Ridder, laatst weduwe van Jacob Block en tevoren van Hendrick Gerritsz. van Oostrum (waarvan 350 gulden bestemd is voor haar onmondige zoon Hendrick Henricksz. van Oostrum) met als onderpand 13 morgen strekkend van de IJssel tot de Randijk. In de marge staat, 7 mei 1696 Utrecht: Hendrick Hendricksz. van Oostrum is voldaan door zijn oom Jacob Gerritsz. van Oostrum. Hun dochter Jannichje is geboren 16 en r.-k. te IJsselstein gedoopt 17 juni 1655. Uit dit huwelijk: Jannichje van Oostrum, tr. Aert Claesz. Vermeulen; Jacob van Oostrum, tr. Maria Thonisdr. van Oostrum.

    Aktes

    Datum Inhoud Bron
    30-11-1680 Testament https://hetutrechtsarchief.nl/collectie/609C5BC678F64642E0534701000A17FD
    10-06-1682 Repudiatie - nalatenschap Sophia Pronckert, wed. Antonis de Ridder, haar moeder. https://hetutrechtsarchief.nl/collectie/609C5BB5C0F54642E0534701000A17FD

    Aangemaakt op 2-1-2024 14:58:03